Een alcoholcontrole kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. De meest gebruikelijke wijze is de blaastest. De politie heeft ook andere mogelijkheden zoals het uitvoeren van een ademanalyse of bloedonderzoek.
In dit artikel komen de belangrijkste punten aan bod over de bloedtest. Wanneer gaat de politie over tot een bloedtest? Hoe werkt het bloedprikken precies? En wat wil de uitslag van een bloedonderzoek zeggen? Drie hele begrijpelijke vragen waar dit artikel onder andere antwoorden op zal geven.
Wanneer een bloedtest?
Zoals gezegd heeft de politie verschillende methoden om alcoholgebruik te meten. Welk controlemiddel ingezet wordt, is aan de politie. Het bloedonderzoek wordt niet zomaar ingezet. Er zijn meerdere situaties denkbaar waarin er gekozen zal worden voor een bloedtest. Denk daarbij aan de volgende omstandigheden:
- Personen die om medische redenen geen ademonderzoek af kunnen leggen
- Personen waarbij de ademanalyse mislukt, ondanks medewerking
- Personen waarvan vermoed wordt dat ze onder invloed zijn van meerdere middelen dan alleen alcohol
Hoe werkt een bloedtest?
Voordat het bloedprikken plaatsvindt, moet de politie een zorgvuldige procedure doorlopen.
Een bloedonderzoek moet gebeuren binnen één uur nadat de politie de verdachte staande heeft gehouden. Indien de persoon in kwestie verdacht wordt van het onder invloed zijn van meer middelen dan alleen alcohol, dan moet het bloedonderzoek binnen anderhalf uur uitgevoerd worden. Voordat het bloedprikken kan beginnen, zal toestemming gevraagd worden aan de persoon die getest gaat worden op alcoholgebruik. Dit klinkt misleidend, want eigenlijk heeft de persoon in kwestie geen keuze. Wanneer geen toestemming verleend wordt, zal een bevel uitgevaardigd worden op basis waarvan medewerking verplicht is. Het weigeren van medewerking is strafbaar. Iedere bestuurder moet dus meewerken aan een bloedtest.
Op basis van de wet moet de politie zorgvuldig te werk gaan. Op die manier worden de rechten van verdachten gewaarborgd.
Nadat de toestemming verkregen is, zal het bloed afgenomen worden door een arts of verpleegkundige. De afname zal bestaan uit twee buisjes, tenzij dat om medische redenen niet mogelijk is. Het eerste buisje zal onderzocht worden, het tweede buisje kan eventueel gebruikt worden voor tegenonderzoek; daar later meer over. Het afgenomen bloed wordt in een laboratorium van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) getest. Volgens de wet moet er altijd minimaal één politieagent aanwezig zijn bij de bloedtest. Hij of zij is verantwoordelijk voor de verpakking, verzegeling en verzending van de bloedmonsters naar het NFI.
De uitslag
De politie ontvangt, na onderzoek van het NFI, een verslag van de bloedtest met daarin de uitslag. Wanneer dat gebeurd is, moet de verdachte binnen een week daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld worden. In dat verslag moet eerst duidelijk naar voren komen dat het de uitslag is van de betreffende verdachte. Verder zal vermeld staan welke waardes gemeten zijn in het onderzochte bloed. De uitslag van het bloedonderzoek kan uiteindelijk leiden tot een straf. Die straf verschilt niet van een straf die opgelegd kan worden naar aanleiding van een ander controlemiddel.
Het tegenonderzoek
Zoals gezegd kan bij de bloedtest om een tegenonderzoek gevraagd worden. In dat geval zal het tweede bloedmonster onderzocht worden door een deskundige. Met het oog op dat tegenonderzoek zijn laboratoria verplicht de bloedmonsters een halfjaar te bewaren.
Indien de verdachte een tegenonderzoek wil, dan moet dat aangevraagd worden bij een laboratorium van tegenonderzoek. Er zijn drie mogelijkheden:
- Labor Mönchengladbach Dr. Stein & Kollegen, Mönchengladbach (Duitsland)
- Eurofins Forensic Belgium, Brugge (België)
- Maasstad Ziekenhuis, Rotterdam
De medewerkers van de buitenlandse laboratoria kunnen personen die informatie willen over tegenonderzoek in het Nederlands te woord staan.
De kosten die gepaard gaan met het tegenonderzoek komen voor rekening van de verdachte. Daarbij moet gedacht worden aan ongeveer €110,- tot €140,-. Let op: deze bedragen zijn gebaseerd op een tegenonderzoek waarbij alleen het alcoholgehalte gemeten wordt. Als er onderzoek verricht is naar meer dan alleen alcoholgebruik, dan zullen de kosten aanzienlijk hoger uitvallen.
Indien uit het tegenonderzoek blijkt dat er geen strafbare waardes gemeten zijn, dan krijgt de verdachte het geld in principe terug.
De aantoonbaarheid van alcohol
Tot slot zal de aantoonbaarheid van alcohol in het bloed besproken worden en in hoeverre dat verschilt met de aantoonbaarheid bij een blaastest. Bij een bloedonderzoek, kan alcohol zelf maar op een korte termijn aangetroffen worden (denk aan een aantal uur). Op lange termijn wordt niet naar alcohol gezocht, maar naar bloedwaardes die iets vertellen over de lever. Op die manier kan gekeken worden hoe zeer de lever belast is over een bepaalde periode.
Bij een blaastest zit dat anders. Daar wordt wel alleen gemeten op alcohol. Er bestaat een vuistregel over hoe lang alcohol aantoonbaar is bij een blaastest; de lever doet er ongeveer één tot anderhalf uur over om één glas alcohol af te breken. Een simpele rekensom leert ons dus dat het ongeveer vijf tot zeven en een half uur duurt voordat vijf glazen alcohol niet meer aantoonbaar zijn bij een blaastest. Houd wel een slag om de arm bij deze vuistregel. Meerdere factoren zijn van invloed op de aantoonbaarheid van alcohol.