Alcohol en de blaastest

De politie kan op verschillende manieren onderzoeken of bestuurders onder invloed van alcohol zijn. De blaastest is de meest gebruikte manier. Het blaasapparaat geeft een letter als uitkomst. De verschillende uitkomsten kunnen verschillende gevolgen hebben. De blaastest is altijd een voorlopig onderzoek. Een eventuele blaastest waaruit volgt dat iemand onder invloed van alcohol is, levert dus nog geen bewijs op van het rijden onder invloed. Het is dus niet zo dat alleen op grond van een blaastest het rijbewijs ingevorderd wordt.

In dit artikel gaat het alleen om de blaastest, dus het voorlopige ademonderzoek. Het gaat niet om de ‘definitieve’ ademanalyse.

Inhoudsopgave

Wanneer wordt een blaastest afgenomen?

Artikel 160, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalt dat de bestuurder van een voertuig en degene die aanstalten maakt een voertuig te gaan besturen verplicht zijn op de eerste vordering van de politie hun medewerking te verlenen aan een blaastest. Dit betekent dat er eigenlijk voor de politie helemaal geen aanleiding nodig is om iemand aan een blaastest te kunnen onderwerpen.

De politie is bevoegd om preventief een alcoholcontrole uit te voeren. Dat gebeurt vaak in de vorm van een controle waarbij de politie op een vaste plek bestuurders van de weg haalt en onderwerpt aan een blaastest. Deze grootschalige controles worden ook wel ‘fuiken’ genoemd. Verder zal de politie in de regel een blaastest afnemen bij bestuurders die betrokken zijn bij een verkeersongeval. Dat behoort tot de standaardprocedure. Het kan ook zo zijn dat de politie ‘zomaar’ een voertuig aan de kant zet en de bestuurder vordert mee te werken aan een blaastest. Die bevoegdheid heeft de politie op grond van de Wegenverkeerswet. Wanneer een blaastest positief is op het gebruik van alcohol, kan een verdenking ontstaan van rijden onder invloed van alcohol.

Hoe werkt een blaastest?

Allereest zal de politie de bestuurder een signaal geven om het voertuig te doen stilhouden, dus te stoppen. Vervolgens zal de bestuurder op enig moment tijdens de verkeerscontrole geïnformeerd worden over het feit dat een blaastest afgenomen zal worden. De bestuurder is wettelijk verplicht om mee te werken aan de blaastest.

Het blaasapparaat is een Dräger Alcotest 7510. Dit volgt uit artikel 3 van de Regeling alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. De politie zal op het blaasapparaat een nieuw plastic buisje monteren. Vervolgens moet de bestuurder blazen totdat het apparaat piept. Hierna zal het apparaat de uitslag van de test weergeven.

De politie maakt soms ook gebruik van een zogenaamde sniffer. Dit is geen officieel meetapparaat. Medewerking aan een alcoholtest door middel van een sniffer is niet verplicht. Dit gebeurt dus altijd vrijwillig. De sniffer is een apparaat waar van afstand in moet worden geblazen. Het gebruik hiervan is heel eenvoudig en gaat erg snel. Bij grote controles kan de politie deze soms gebruiken.

Weigeren blaastest

Iedere bestuurder en iedereen die aanstalten maakt een voertuig te gaan besturen is op de eerste vordering van de politie verplicht mee te werken met de blaastest. Als dit niet gebeurt, levert dat een strafbaar feit op. Hiervoor zal in de regel een geldboete opgelegd worden op grond van de Wet Mulder (feitcode K155 a tot en met c).

De mogelijke uitkomsten

Op het blaasapparaat zullen één of meer letter(s) verschijnen. Die uitkomst geldt als voorlopige indicatie. Dat wil zeggen dat de blaastest op straat niet kan gelden als wettig bewijsmiddel. De blaastest moet gezien worden als een middel om bestuurders te selecteren die onder invloed van alcohol rijden. In het schema hieronder staat uitgelegd wat de verschillende letters betekenen en welk alcoholpromillage daarbij hoort:

Letter Betekenis Uitleg Promillage
P Pass/prima De bestuurder heeft niet (te veel) gedronken en mag zijn weg vervolgen. Maximaal 0,20 ‰.
A/P Alert / Pass Indien de er sprake is van een beginnend bestuurder Alert. Niet-beginnende bestuurders mogen doorrijden. Maximaal 0,50 ‰
A Alert Alert voor alle bestuurders Tussen de 0,51 en de 1,3 ‰.
F Fail Fail voor alle bestuurders Boven de 1,3 ‰.

De letters en lettercombinaties verschillen soms per apparaat, maar het bovenstaande kan als uitgangspunt worden genomen.

Voorlopige betekenis 

Het promillage op basis waarvan een straf bepaald zal worden, komt niet voort uit een blaastest.  Als de uitkomst van de blaastest een “A” (bij een beginnend bestuurder ook P/A) of “F” is, dan moet de bestuurder een uitgebreide ademanalyse ondergaan. Er is dan namelijk sprake van een verdenking van het rijden onder invloed. De uitgebreide ademanalyse vindt vaak plaats op het politiebureau of in een speciale ‘alcoholbus’ van de politie die vaak bij grootschalige controles te vinden is. Het promillage dat uit de uitgebreide ademanalyse naar voren komt, is bepalend voor de straf. De blaastest op straat selecteert enkel bestuurders die onderworpen moeten worden aan een ademanalyse. De uitslag van de blaastest levert geen bewijs op in een strafzaak.

Overigens kan er ook een verdenking van rijden onder invloed zijn zonder dat een blaastest wordt afgenomen of zelfs wanneer hieruit een ‘P’ (of bij gevorderde bestuurders P/A) komt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de politie uiterlijke kenmerken van dronkenschap bij iemand waarneemt, zoals bloeddoorlopen ogen, het onvast ter been zijn, een adem die ruikt naar alcohol of met dubbele tong spreken.

Mogelijke straffen

Als uit zowel de blaastest als de ademanalyse blijkt dat een bestuurder te veel gedronken heeft, zal dat gevolgen hebben voor de bestuurder. Uiteraard mag een bestuurder die te veel gedronken heeft zijn weg niet zelfstandig vervolgen en zal de politie hem een rijverbod opleggen voor maximaal 24 uur. Als de bestuurder echt veel te veel gedronken heeft (beginnend bestuurder vanaf 0,8 ‰ en gevorderd bestuurder vanaf 1,3 ‰), is de politie bevoegd over te gaan tot invordering van het rijbewijs.

Daarnaast zal op een later moment aan de bestuurder een straf worden opgelegd die veelal bestaat uit een geldboete of taakstraf en een (on)voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. Deze straf zal worden opgelegd door het Openbaar Ministerie of door de rechter. Dat is ook afhankelijk van de zwaarte van de overtreding en de justitiële voorgeschiedenis van de bestuurder.

 

Foto van mr. J.H.L. (Joost) Antonides

mr. J.H.L. (Joost) Antonides

Mr. J.H.L. (Joost) Antonides is afgestudeerd aan de Radboud Universiteit met als specialisatie de Wegenverkeerswet. Joost Antonides heeft zich advocaat direct gespecialiseerd in het verkeersstrafrecht. Joost Antonides staat al jaren bekend als expert op het gebied van de Wegenverkeerswet. De expertise en ervaring kan uitstekend toegepast worden indien het rijbewijs is ingevorderd.
Alcohol en de blaastest